Sony Xperia SP - Fotocamera-instellingen

background image

Fotocamera-instellingen

De fotocamera-instellingen aanpassen

1

Activeer de camera.

2

Tik op om alle instellingen weer te geven.

3

Selecteer de instellingen die u wilt aanpassen en bewerk deze dan zoals

gewenst.

Overzicht fotocamera-instellingen

Resolutie

Kies uit verschillende afbeeldingsformaten en hoogte-breedteverhoudingen voordat u

een foto maakt. Voor een foto met een hogere resolutie is meer geheugen vereist.

70

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

3264×2448(4:3)

8 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven

op niet-breedbeeldschermen of die u wilt afdrukken met een hoge resolutie.

3104×1746(16:9)

5 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u wilt

weergeven op niet-breedbeeldschermen of die u wilt afdrukken met een hoge resolutie.

1632×1224(4:3)

2 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 4:3. Geschikt voor foto's die u wilt weergeven

op niet-breedbeeldschermen.

1920×1080(16:9)

2 megapixel-fotoformaat met hoogte-breedteverhouding van 16:9. Geschikt voor foto's die u op

breedbeeldschermen wilt weergeven.

Zelfontspanner

Met de zelfontspanner kunt u een foto maken zonder het apparaat vast te houden.

Gebruik deze functie om zelfportretten te maken, of groepsfoto's waarbij iedereen op

de foto staat. U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om te voorkomen dat de

camera beweegt terwijl u foto's maakt.

Aan (10 seconden)

Een vertraging van 10 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het

moment dat de foto wordt gemaakt

Aan (2 seconden)

Een vertraging van 2 seconden instellen vanaf het moment dat u op het camerascherm tikt tot het moment

dat de foto wordt gemaakt

Uit

De foto wordt gemaakt zodra u op het camerascherm tikt.

Smile Shutter™

Gebruik de functie Smile Shutter™ om te bepalen op wat voor lach de camera

reageert voordat u een foto neemt.

Scherpstel-modus

Met de scherpstelfunctie bepaalt u welk deel van een foto scherp moet zijn. Wanneer

continue autofocus is ingeschakeld, blijft de camera scherpstellen zodat het gebied in

het gele focuskader scherp blijft.

Enkelv. automat. scherpstellen

De camera stelt automatisch scherp op het geselecteerde onderwerp. Continue autofocus is

ingeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het gele focuskader blauw wordt; dit

geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt.

Meerv. automat. scherpstellen

Er wordt automatisch scherpgesteld op verschillende gebieden van het beeld. Raak het camerascherm

aan en houd het vast totdat het gele focuskader blauw wordt; dit geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto

wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het scherm haalt. Continue autofocus is uitgeschakeld.

Gezichts-detectie

De camera kan maximaal vijf gezichten herkennen. De gezichten worden gemarkeerd met kaders op het

scherm. De camera stelt automatisch scherp op het dichtstbijzijnde gezicht. U kunt ook selecteren op welk

gezicht u wilt scherpstellen door erop te tikken op het scherm. Wanneer u op het camerascherm tikt, geeft

een blauw kader het gezicht aan dat is geselecteerd en waarop wordt scherpgesteld. Gezichtsdetectie

kan niet worden gebruikt voor alle scènetypen. Continue autofocus is ingeschakeld.

Aanraakfocus

Raak een specifiek gebied op het camerascherm aan om het scherpstelgebied in te stellen. Continue

autofocus is uitgeschakeld. Raak het camerascherm aan en houd het vast totdat het gele focuskader

blauw wordt; dit geeft aan dat er is scherpgesteld. De foto wordt gemaakt wanneer u uw vinger van het

scherm haalt.

Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.

71

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

ISO

U kunt de vervaging van het beeld die wordt veroorzaakt door donkere

omstandigheden of bewegende onderwerpen, verminderen door de ISO-gevoeligheid

te verhogen.

Automatisch

Stelt de ISO-gevoeligheid automatisch in.

100

Stelt de ISO-gevoeligheid in op 100.

200

Stelt de ISO-gevoeligheid in op 200.

400

Stelt de ISO-gevoeligheid in op 400.

800

Stelt de ISO-gevoeligheid in op 800.

Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.

Lichtmeting

Met deze functie wordt automatisch een gebalanceerde belichting vastgesteld door de

hoeveelheid licht te meten voor het beeld dat u wilt vastleggen.

Centrum

Hiermee wordt de belichting aangepast aan het centrum van de zoeker.

Gemiddeld

Hiermee wordt de belichting berekend op basis van de hoeveelheid licht voor het gehele beeld.

Spot

Hiermee wordt de belichting aangepast voor een uiterst klein deel van het beeld dat u wilt vastleggen.

Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.

Image stabiliser

Het kan lastig zijn het apparaat stil te houden wanneer u een foto maakt. De

stabilisator helpt u hierbij door kleine bewegingen van de hand te compenseren.

Deze instelling is alleen beschikbaar in de opnamemodus Handmatig.

Voorbeeld

U kunt kiezen om een voorbeeld te bekijken van foto's en video's net nadat u deze

hebt gemaakt.

Onbeperkt

Het voorbeeld van de foto of video wordt weergegeven nadat u deze hebt gemaakt.

5 seconden

Het voorbeeld van de foto of video wordt weergegeven 5 seconden nadat u deze hebt gemaakt.

3 seconden

Het voorbeeld wordt weergegeven 3 seconden nadat u de foto of video hebt gemaakt.

Bewerken

De foto of video wordt geopend voor bewerken nadat u deze hebt gemaakt.

Uit

De foto of video wordt opgeslagen nadat u deze hebt gemaakt en er worden geen voorbeelden

weergegeven.

72

Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.

background image

Flitser

Gebruik de flitser om foto's te maken bij slechte lichtomstandigheden of bij tegenlicht.

De volgende opties zijn beschikbaar wanneer u tikt op het pictogram flitser op het

camerascherm:

Automatisch

De camera bepaalt automatisch of de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser vereisen.

Opvulflits

Gebruik deze instelling als de achtergrond helderder is dan het onderwerp. Hiermee worden

ongewenste donkere schaduwen verwijderd.

Rode-ogenreductie

Vermindert de rode kleur van ogen wanneer u een foto maakt.

Uit

De flitser is uitgeschakeld. Soms kan de kwaliteit van een foto beter zijn zonder het gebruik van de

flitser, zelfs onder omstandigheden met slecht licht. Als u een goede foto wilt maken zonder de flitser

te gebruiken, hebt u een vaste hand nodig. Gebruik de zelfontspanner om wazige foto's te

voorkomen.

Zaklantaarn

Er gaat een lantaarn of cameralamp aan wanneer u foto's maakt.